Niet pesten

Afbeelding: 

In "Klasse voor ouders" zegt deskundige Gie Deboutte: “Onderzoek toont aan dat drie tot acht procent van alle kinderen ernstig wordt gepest. Dat is minstens een kind per klas. Vooral tussen tien en veertien jaar slaan pesters toe. De helft van de jongeren zegt ooit zelf al iemand te hebben gepest. En dan gaat het niet enkel om slaan en schoppen. Iemand negeren, publiek belachelijk maken of haatmails sturen komt minstens even hard aan. Cyberpesten (pesten via internet) is gemakkelijk en anoniem. Je kan als ouder niet alles gezien hebben.” Cyberpesten: zie bijlage "GSM en ICT (Leerlingen)" hieronder.

Ook al zet onze school nadrukkelijk in op preventie, toch moeten we te allen tijde voorbereid zijn om correct en doeltreffend te handelen wanneer er toch van pesten sprake is. Zodoende is er de voorbije jaren geleidelijk aan een pestactieplan ontstaan, dat gedragen is door al de leerkrachten. Wanneer het nodig is, treedt het in werking. In grote lijnen kunnen we wel stellen dat echt pesten in onze school weinig voorkomt. Want we mogen pesten niet verwarren met wild spelen (wat natuurlijk ook niet mag!) met hier en daar een buil of een zere plek tot gevolg. Uiteraard wordt daar ook tegen opgetreden. Of nog zoiets: bijvoorbeeld niet tegen z'n verlies kunnen bij het spel en daardoor even de controle kwijt geraken. Dat mag ook niet maar het is nog geen pesten. Toch is het de opdracht van heel onze school om ogen en oren goed open te houden om ten eerste het pesten te voorkomen en om ten tweede, wanneer het zich toch voordoet, adequaat aan te pakken. Daarvoor hebben we een pestactieplan.